Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch Ahimaaz, Zadoks zoon, voer nog voort en zeide tot Joab: [36]Wat het ook zij, laat mij toch ook Cuschi achterna lopen. En Joab zeide: Waarom zoudt gij nu heenlopen, mijn [37]zoon! Zo gij toch geen [38]bekwame boodschap hebt? 36. Of hij zeide: Het zij zo het wil, daar kome van wat er van kome. Alzo in vs.23. Het schijnt dat hij zich wat beters liet voorstaan dan Joab gezegd had. 37. Dat is, lieve jongeling, dien ik als een zoon bemin. Alzo plegen personen, die ouder en meerder zijn, de jongeren en minderen lieflijk aan te spreken. Zie Gen.43:29. 38. Hebreeuws, vindende; dat is, genoegzaam, bekwaam, wel passende, voegende. Vergelijk Num.11:22. Anders, dewijl het u geen profijtelijke boodschap zou zijn, of, dewijl zij u niets aanbrengen zou; dat is, geen bodenloon of gunst, maar het contrarie. Of aldus: dewijl u toch geen goede boodschap voorkomt.